Verhaal

“Ik dacht dat voor de klas staan zoals meester dat doet lijkt mij ook wel wat."

Interview met Roelof Schonewille van 1980 tot 2023 leerkracht op de Hoeksteen in Nieuwlande.

Roelof Schonewille heeft 43 jaar voor de klas gestaan. Hij maakte de overgang van lagere school naar basisschool. Hij vertelt over de eerste computer op school.
Ook de manier van lesgeven is in al die jaren veranderd. Wat hetzelfde bleef was zijn enthousiasme voor het vak.

RS jong.jpeg

Interview met Roelof Schonewille van 1980 tot 2023 leerkracht op de Hoeksteen in Nieuwlande.

Roelof wordt geboren in de  buurt van Nieuw Moscou. Hij groeit op aan de van Echtenswijk en weet nog dat hij als kind ging zwemmen in de wijk of ging varen op het afgezaagde dak van een auto. Hij ging naar school in Nieuw Moscou en in de derde en vierde klas had hij meester Broekroelofs. Deze meester kon goed vertellen en het beviel Roelof wel bij hem in de klas.

“Ik dacht dat voor de klas staan zoals meester dat doet lijkt mij ook wel wat. In de hoogste klassen kreeg ik ook bijles in rekenen, spellen en vooral ontleden, want dat was nodig voor de mavo. Ik ging naar de mavo in Nieuwlande en daar moest ik een soort toelatingstest doen. Er kwamen niet zo vaak kinderen uit Nieuw Moscou naar de mavo. Ik moest hoofdrekenen en een zin ontleden. Dat ging goed, dus ik mocht komen. Na de mavo de havo en daarna naar de PA (Pedagogische Academie, tegenwoordig de pabo) in Emmen. ’s Morgens vroeg op de fiets naar Noordscheschut samen met Jan Jutstra en dan met de bus ruim een uur naar Emmen. Die bus was een stinkding. Gelukkig kocht Jan na een jaar een 2CV en konden we met de auto.

In die tijd heb ik veel stage gelopen in de omgeving; Ik begon op de Zenithschool in Hoogeveen bij juf Janny Bonder, en dat werd later toevallig ook mijn buurvrouw. Veel scholen in Hoogeveen (en dan met name in Krakeel), de Nikielda school in Dalerend en ook op een kleuterschool en een periode op het voortgezet speciaal onderwijs. De drie jarige opleiding was wel veel werk. De toetsen werden na de stage tussen 16.00 uur en 18.00 uur op de PA gedaan en dan was je pas tussen 19.00 en 19.30 uur thuis. Veel verslagen en werkstukken maakte ik dan in de vakantie.

Na de PA moest ik in militaire dienst en ik werd uitgezonden naar Libanon. Daar werkte ik met toen nog kapitein Karremans. Kreeg later bekendheid door de val van Srebrenica. Toen ik in november 1979 uit dienst kwam was de spoeling qua banen dun. Op de Zenithschool was er plek in klas 1 / 2 in verband met zwangerschapsverlof. Na een sollicitatie op een baan in Borger, viel ik, na een proefles, wel in de smaak bij het team, maar de voorkeur van het bestuur ging uit naar een vrouw; er waren al zoveel mannen op die school.”

In augustus 1980 kan Roelof aan de slag in klas 2/3 in Nieuwlande aan de school met de bijbel. Er waren vier klassen. De collega’s waren juf Joling, meester Jager en meester Tolman.

“ In het begin durfde ik nog niet in een spijkerbroek op school te komen. De meesters hadden een pak of droegen corduroy. “

Na vier jaar moest Roelof door het kleiner worden van de school eigenlijk weer weg, maar door de WPO plaatsen die werden gecreëerd om beginnende leerkrachten aan een baan te helpen kon hij nog 2 jaar blijven. Vervolgens 5½ jaar drie dagen in Nieuwlande en werkte hij anderhalve dag in Noordscheschut. Toen weer volledig in Nieuwlande en kreeg hij klas 3 / 4, alleen heette die nu groep 5/6. Door de invoering van de basisschool in 1985 waren de kleuterschool en lagere school samengevoegd.

“In Nieuwlande kwam de kleuterschool pas twee jaar later in het zelfde gebouw. Eerst moest er verbouwd worden; ons handvaardigheid lokaal werd omgebouwd tot speellokaal voor  groep 1 /2. We vergaderden al wel met de collega’s van de kleuterschool.

Voor het schooljaar 93 – 94 kreeg ik het verzoek van de directeur of ik groep 7/8 wilde overnemen. Hij vond de combinatie van directeurswerk en bovenbouw leerkracht te zwaar worden. Daardoor had ik een groep kinderen vier jaar in de klas. Uiteindelijk heb ik 29 jaar voor groep 7/8 gestaan. “De kinderen ondersteunen in de overgang naar het voortgezet onderwijs, heb ik altijd heel leuk gevonden en de vele activiteiten, waaronder de schoolkampen”

Wanneer je 43 jaar voor de klas hebt gestaan, maak je ook veel veranderingen mee. Roelof weet wel een aantal dingen te noemen:

“In 1980 zaten de kinderen nog twee aan twee in rijtjes in de klas. Je gaf klassikaal les en alle kinderen kregen dezelfde instructie. Het voordeel van een combinatiegroep zoals je die op kleinere scholen hebt is dat de kinderen van de ene groep al wel zelfstandig aan het werk moesten, terwijl de andere groep instructie kreeg. Later kwam er meer aandacht voor kinderen die extra hulp nodig hadden en kinderen die meer uitdaging kunnen gebruiken. Tegenwoordig werken de kinderen met een weektaak en is er voor de leerkracht meer ruimte de individuele te ondersteunen waar nodig.”

Ook in het onderwijs werd de digitalisering ingevoerd. De computer kreeg een steeds belangrijkere plek op school.

“Toen ik begon hadden we nog een krijtbord voor de klas. Zeker wanneer je donkere kleding droeg, zag je in de loop van de dag de stoffige strepen van het krijt op je kleding. Eind jaren tachtig kwam het Comenius project. Wij kregen een computer op school. Samen met mijn collega Gerjan Kroese gingen we het pakket uitpakken en installeren We hebben elk snoertje goed bekeken en stap voor stap aangesloten. Wij wisten in die tijd nog niet eens wat een muis was en wat je daarmee kon doen. Langzaamaan werd het werken met de computer steeds meer uitgebreid en kwamen er ook computers in de klas. Er kwamen ook digitale oefenprogramma’s bij de lesmethodes. Tegenwoordig is er voor elk kind een Chromebook. Het digibord vind ik een zegen voor het onderwijs. Je kunt heel makkelijk een filmpje toevoegen aan je instructie en je ziet dat visueel ingestelde kinderen daar veel aan hebben. Eind 2013 zijn we verhuisd naar een nieuw gebouw in het mfc en liggen alle lokalen om een leerplein. Daardoor zijn er veel meer mogelijkheden om kinderen zelfstandig of in groepjes te laten werken.”

Over de afgelopen vier decennia zie je de leerlingen ook veranderen. Kinderen blijven kinderen maar ze veranderen wel mee met de maatschappij.

“Ik de jaren tachtig waren de meeste kinderen in Nieuwlande voornamelijk gericht op hun eigen omgeving. De vakanties werden gehouden op een camping in de buurt. Als jongen ging je naar de plaatselijke voetbalclub, want alle jongens gingen daarheen. De meisjes zaten op de gymnastiekvereniging. In de klas vertelden de kinderen ook niet zoveel over zichzelf of thuis. Je moest moeite doen om hun eigen mening te horen. Later kwamen er ook kinderen die verhuist waren uit het westen. Zij waren vaak een stuk vrijer en opener. Zo kwam er wat meer reuring in de klas. Kinderen gingen later ook verder weg op vakantie en maakten andere culturen mee. Ook werden de gezinnen mobieler en konden kinderen gaan sporten in de omgeving. Afstand was minder een belemmering. Tegenwoordig zijn de kinderen veel wereldwijzer en in plaats van de moeite die je moest doen om de kinderen iets te laten vertellen over zichzelf, moet je ze nu eerder afremmen.”

In 1985 kreeg Nieuwlande een Yad Vashem onderscheiding. De oorlogsmonumenten in het dorp werden door de beide scholen in het dorp. Vanaf 1989 is Roelof betrokken geweest bij de 4 mei herdenking in het dorp.

“in de eerste jaren was er nog geen meivakantie en waren de kinderen op 4 mei overdag op school en dan ging je met de groep ’s avonds naar de herdenking. Later werd het moeilijker om alle kinderen mee te krijgen vanwege de meivakantie. Gelukkig deden er altijd genoeg kinderen en ouders mee met onze stille tocht en kranslegging. Door de komst van museum de Duikelaar en de aandacht van de NOS, zie je dat de belangstelling de laatste jaren weer groter is geworden en dat is mooi. De verhalen uit die tijd moeten doorverteld blijven worden.

RS ouder.jpeg
Tot slot: Wat mis je nu je gestopt bent?

“Natuurlijk wel het contact met de leerlingen, maar vooral de gesprekken met de collega’s. Wij aten altijd samen met het hele team aan een ovale tafel. Dat was altijd gezellig en inspirerend. En als ik nu ’s ochtends om een uur of tien bij de koffie naar buiten kijk en zie dat het droog is denk ik altijd: “Gelukkig, de kinderen kunnen lekker buiten spelen.” Verder geniet ik nu van de tijd en vrijheid die ik heb om de dingen te doen waar ik eerder niet aan toe kwam.

Geen reacties

Reactie toevoegen