Verhaal

Greet Blokzijl-Strijker vijfenveertig jaar werkzaam in het onderwijs

“Uffou, Uffou Iga-koek” Ik vergeet dit nooit meer.

Interview met Greet Blokzijl-Strijker op dinsdag 8 augustus 2023. Greet was bijna 45 jaar werkzaam in het onderwijs.

Greet Blokzijl-Strijker

Greet Blokzijl met één van haar vele fotoboeken

Kun je iets over jezelf vertellen, wanneer en waar ging je b.v. naar school?

Ik ben geboren in Hoogeveen in het ziekenhuis en mijn eerste levensjaar heb ik doorgebracht op de hoek van de Sportlaan en de Vos van Steenwijklaan. Daarna zijn mijn ouders gaan inwonen bij mijn oma aan het Zwarte Dijkje 37 in Noordscheschut.
Mijn vader heeft in 1949/1950 zelf een huis laten bouwen aan het Zwarte Dijkje 17 en daar ben ik opgegroeid. We gingen allemaal naar de Hervormde school op het Noord. Eerst naar de kleuterschool en toen naar de lagere school. Alleen de zesde klas heb ik daar niet gedaan. Toen ben ik naar Hoogeveen gegaan naar de hervormde school en daar heb ik in de klas gezeten bij meneer Broersma, want meneer Broersma, die had een klas, dan werd je na december ingedeeld in een Mulo gedeelte en een HBS gedeelte.
Maar ik was een jonge leerling, want ik ben geboren eind oktober 1946. Omdat ik zo jong was, ben ik naar de Mulo gegaan, want dat was meer kansrijk, volgens meneer Broersma.

Wanneer werd je onderwijzeres of werd je opgeleid voor kleuterjuf?

Ik wilde verpleegster worden. Dat was mijn grootste wens. Ik had op dertienjarige leeftijd in het ziekenhuis gelegen en ik dacht: dat ga ik doen. Maar ja, toen ik geslaagd was voor mijn Mulo diploma, was ik nog maar 15 en ik werd eind oktober 16 en om in de verpleging te kunnen, moest je 17,5 jaar zijn. Nou, dat duurde nog eindeloos lang voor mijn gevoel. Dus zei mijn moeder: misschien kan je dan eerst wel een jaartje naar de Vormingsklas en dan nog een jaartje bij mij in huis en dan kun je aan je opleiding beginnen.
Ik zei: nou mam, de Vormingsklas ga ik niet doen, want koken kan ik al en strijken ook. En in de tuin helpen dat kan ik allemaal allang. Daar hoef ik niet voor naar de Vormingsklas. Toen zei mijn vader: kies dan maar wat je wel wil. Ja, ik zeg, pap, ik weet het echt niet. Mijn vriendin die ging naar de kleuterkweek in Zwolle. En ik zei: dan ga ik wel met Lia mee naar de kleuterkweek in Zwolle en dan word ik kleuterjuf. Dat vond mijn moeder geen goed idee, maar ze zei ja, als jij dat dan wil: prima.
Dus belde mijn vader de directeur meneer de Jong, of er nog plek was voor een leerling. Want de inschrijving was natuurlijk al lang geweest en die zei: ja, er kan er nog wel eentje bij. Nou, toen is mijn vader op de fiets vanaf Hellendoorn naar Zwolle gefietst., want we waren toen op vakantie in Hellendoorn , we gingen altijd op de fiets op vakantie.  Hij kwam 's avonds terug en  zei: nou, kind, het is gelukt. Je kunt beginnen als kleuterjuf. En zo ben ik op de Christelijke Opleidingsschool voor kleuterleidsters in  Zwolle beland.

Toen jij in het onderwijs kwam, was er nog geen sprake van het basisonderwijs?

Nee, dat was gescheiden, lager onderwijs en kleuteronderwijs. Het kleuteronderwijs was ook niet erg in aanzien bij de collega's van de lagere school. We hadden ook bijna geen contact met de lagere school. Toen ik kleuterjuf was aan de Bentinckslaanschool was de enige met wie ik heel veel contact had de administrateur Joop Nijmeijer. En af en toe met een juf van de eerste klas. En je zag de hoofden van de twee lagere hervormde scholen wel eens. De heer Tilstra was hoofd van school één en van school twee was Dick Looijen hoofd.
Het waren op zich leuke mensen en af en toe dan zwaaiden ze even vanuit de verte, maar we hadden eigenlijk nooit contact. Dat kwam pas in het derde jaar dat ik daar werkte. Er was altijd wel contact met de hoofdleidsters van de andere kleuterscholen en ik was in Hoogeveen ook meteen hoofdleidster geworden. Ik had eigenlijk een benoeming aan de school bij mevrouw Abbring in Zuid aan de Rozenstraat. Maar toen zei het bestuur, wij willen eigenlijk wel dat jij hoofdleidster wordt aan de Bentickslaanschool. Ik zei: ja, maar ik had nog geen ervaring. Ik ben twee jaar kleuterjuf geweest in Heerde en ik heb verder geen ervaring. Ik heb wel mijn hoofdakte, maar ik ben ook nog te jong,  ik ben 19. Dus er moest dispensatie aangevraagd worden bij het ministerie om toch een jongere hoofdleidster te benoemen. Dat hebben ze gekregen. En zo ben ik daar hoofdleidster geworden. Dat was in 1966, want ik was in 1964 klaar met de opleiding.
Toen ben ik eerst twee jaar naar Heerde geweest, daar heb ik gewoon gewerkt als kleuterjuf en in die twee jaar heb ik dus ook mijn hoofdakte gehaald, want dat was een avondopleiding van 3 avonden In de week. Dat deed bijna iedereen toen zo. En er waren er ook die zeiden nou die hoofdakte dat hoeft voor mij niet. Maar ik dacht: ja, dat ga ik wel doen en dat kwam nu mooi uit. Toen ik klaar was, zei mijn vader: wil je nou ook nog niet een poosje naar de Pabo, zodat je ook in de andere groepen les mag geven. Ik zei: nou pap, nee. Ik heb mijn diploma's. Ik vind het eventjes goed.

Kun je ook vertellen aan welke scholen je hebt gestaan in Hoogeveen?

In Hoogeveen heb ik gewerkt aan de Hervormde kleuterschool aan de Bentinckslaan. Dat is de school waar nu Villa Kakelbont is en heel grappig: ik was daar een paar jaar geleden om voor te lezen in het Drents. En toen vroeg ik aan de juffen die daar rondliepen: mag ik wel even buiten de school kijken richting het park? Natuurlijk wel maar waarom? Ik zei ik heb hier vroeger gewerkt als kleuterleidster en toen was er een zandbak met zo'n brede rand. Ik ben heel benieuwd of die er nog is. En tot mijn grote verrassing was die zandbak er nog. Dat was echt even nostalgie.
Op deze kleuterschool heb ik 3,5 jaar gewerkt totdat onze oudste dochter geboren is. Per november 1969 heb ik  zwangerschapsverlof gekregen en in maart 1970 is mijn ontslag ingegaan. Toen onze oudste dochter 6 weken was, kreeg ik ontslag, maar eigenlijk had ik dat al moeten hebben toen ik in het huwelijk trad. Het was ook de bedoeling dat ik gewoon zou thuisblijven voor ons kind.

Je bent  twee jaar uit het onderwijs geweest?

Nou nee, bijna twee jaar. Mijn man was ziek, die kreeg een hartinfarct meteen nadat onze oudste dochter was geboren. Dat was een spannende tijd. Ik heb daarna wel ingevallen zowel in Hoogeveen als in Noordscheschut. In Nieuweroord een keertje en in Hollandscheveld een dagje. Ach ja, als ze dan omhoog zaten dan viel ik in. Het eerste halfjaar was mijn man ziek, dus toen kon ik mijn dochter gewoon achterlaten bij mijn man. Maar ja, op een gegeven moment zou hij weer beginnen te werken en dat liep helemaal niet goed. Hij was vertegenwoordiger maar is later helaas afgekeurd voor het werk. 
Inmiddels had ik twee maanden ingevallen eind 1972 op de gereformeerde kleuterschool in Noordscheschut. De hoofdleidster Betsy Rook was zwanger, haar kende ik nog van de opleiding. Zij woonde in Dwingeloo en die zwangerschap verliep niet naar wens. Ze moest veel rusten en toen kon ze niet meer werken en toen kwamen ze bij mij vragen: wil jij twee maanden invallen? Want we hebben per 1 januari een nieuwe hoofdleidster. Nou, ik zei: dat is goed. Het zijn wel twee heel drukke maanden: november, december. Dan heb je het Sinterklaasfeest met de kleuters en het Kerstfeest met de kinderen en met de ouders.

Maar goed, dat ging verder allemaal prima. Ik had daar een hele leuke collega, Frieda Koster. Dat was gewoon fantastisch, toen was het nog juffrouw Schreurs trouwens, maar heel leuk. Ik heb daar twee hele leuke maanden gehad. Druk maar erg gezellig, dus ik vond het eigenlijk jammer dat ze per januari  een nieuwe hadden benoemd. Maar goed, die kwam en  ze vond het uiteindelijk toch niet zo heel leuk. Het gevolg was dat ik iedere maand een week kwam invallen en eind juni zou Frieda gaan trouwen. En toen vroegen ze mij of ik dan zou kunnen invallen die 4 dagen, want je had voor een huwelijk 4 dagen.
Toen zei die hoofdleidster: wil jij dan ook alles wel regelen met de ouders en met dat feest? Want ik kan dat allemaal niet. Ik weet het ook allemaal niet. Ik zeg: ja, maar jij bent de hoofdleidster. Ik dacht: oeps, nou, dan moet ik toch maar voortijdig beginnen, dus ik zei: geef mij dan maar een lijst van alle kinderen die meegaan, kan ik de ouders een brief sturen en even overleggen met  hoeveel we dan gaan rijden. Want Frieda wilde graag dat we bij het gemeentehuis stonden en dat we naar de kerk kwamen. Ook zouden de  kinderen naar de receptie in de Tamboer. Dat moest allemaal geregeld worden, dus dat heb ik gedaan en het verliep prima.

Toen werd het zomervakantie en kwam het bestuur met de mededeling dat de toenmalige  hoofdleidster niet verder wilde. En we willen jou eigenlijk wel als nieuwe hoofdleidster. Ik zei: dat meen je niet, dat is dan wel een vaste baan. Ja, dat is een vaste baan. Het was in die periode nog steeds tobben met mijn man, maar ik zei: dat ga ik doen. Hij zei: dat ga je niet doen. Hij zegt: jij gaat niet weer volledig werken. Ik zei: lieve schat met zijn tweeën thuis zitten, dat wordt hem niet. Ik zeg: ik ben 25, jij bent 33. Mijn man zei: maar hoe moet dat dan met Hilde? Ik zeg: nou, ik vraag wel of ze mee kan. ze was toen 2,5.
Nou, dat ging een paar maandjes goed, maar toen niet meer. En toen hebben we Catrien Jonker gevraagd om op Hilde te passen. Catrien is bij ons gekomen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag de hele dag en op woensdag moest ze naar school. En nou, daar verzuimde dus ook wel eens van. Dan zei ze, wil je wel even een briefje schrijven dat ik ziek ben, want ik kom veel liever hier, dan dat ik naar mijn school ga. Dus dan schreef ik wel weer een briefje. Dat kon ze natuurlijk niet iedere week doen. Ze heeft bij ons gewerkt totdat Hilde 4 jaar was.

Ik ben vervolgens  hoofdleidster geweest tot half 1985, want toen werd het basisschool. En toen natuurlijk solliciteren als directeur van de basisschool, want er was dan ook geen hoofdleidster meer.  Nou ja, meester De Vries was inmiddels al lang weg en daar was meester Bos voor in de plaats gekomen. En die was dus hoofd van de lagere school. Ik had gesolliciteerd en ook opgeschreven wat ze dan van mij konden verwachten. Maar nee, het werd geen vrouw, dat was een stap te ver en dat vond ik vreemd. Je moet toch naar kwaliteit kijken? Maar goed, lang verhaal kort: na een paar jaar is meneer Bos weggegaan.
Er was toen een zogenaamde DOP-regeling en dat was dan een regeling dat ze jongere mensen als directeur wilden hebben. Ik was inmiddels bijna 40 of al over de 40 en wilde wel solliciteren, maar ik kwam niet in aanmerking omdat die DOP-regeling er stond, dus ze moesten een directeur nemen die beneden de 35 was. Ik zei: dat vind ik echt niet eerlijk. Dat is toen best wel een poosje een heel vervelend iets geweest. Ja, daar heb ik echt zelf ook heel veel last van gehad. Sommige vrouwelijke bestuursleden ook. We hadden toen ook al twee dames in het bestuur die leefden echt wel mee. Die vonden dat ook wel heel vervelend. Maar goed, het was niet anders. De mannen waren de baas en zo moest het gebeuren.


We kregen gelukkig een hele leuke directeur waar ik heel goed mee overweg kon, maar dat kon ik met meester Bos ook wel en met meester De Vries ook. Toen meester de Vries er nog was had je nog niet zoveel contact met de lagere school. Dat kwam pas  in 1974/1975.
Op een gegeven moment boden ze van de schooladvies en begeleidingsdienst ook al wat cursussen aan zodat je dus wat meer naar elkaar toe groeide. Want ik weet nog dat ik in 1974 al de eerste cursus met Bep Scholtens heb gevolgd. Er stond een christelijke school aan de Zenitlaan en er stond een openbare school aan de Nadirlaan. De ene was ‘De Komeet’ die stond aan de Zenitlaan en de Apollo die stond aan de Nadirlaan. We moesten dus naar ‘De Komeet’. Daar heb ik die cursus gevolgd op woensdagmiddag samen met Bep Scholtens, zodat we als leerkrachten wat dichter bij elkaar kwamen en ook eens wat dingetjes gingen uitwisselen.

Het werd ook wat meer gebruikelijk om aan het eind van groep twee eens even met de juf van de eerste klas te gaan overleggen. Bijvoorbeeld dat kind moet je goed in de gaten houden en dat kind loopt hier en daar wat mee achter. Je besprak de kinderen gezamenlijk. Dat was daarvoor eigenlijk nog niet zo gebruikelijk.  Toen ik in Hoogeveen werkte, was dat helemaal niet aan de orde.

Vervolgens ben je altijd in Noordscheschut gebleven?

Ik ben in Noordscheschut gebleven. In 1988 kwam dan de nieuwe directeur. In maart geloof ik. Dat was Berry Tjooitink en met de collega's van de lagere school had je toen wel heel veel contacten, want het was inmiddels  basisschool geworden en onze kleuterschool  was dichtgegaan op 1 augustus 1985. Toen moesten wij ook in de lagere school gehuisvest worden. Vervolgens begonnen er weer besprekingen met de Hervormde school en die stond inmiddels midden in het dorp. Die was van Noord verhuisd naar de Jan Naardingweg. Het heeft nog een hele tijd geduurd voordat de Hervormde en de Gereformeerde school in Noordscheschut samen in een gebouw kwamen. Besturen van beide scholen hadden hier in die tijd nog erg veel moeite mee.
Maar het is dan toch zover gekomen dat op  1 september 1993 het één school was. Maar toen konden we niet in een gebouw met zijn allen, dus groep 6, 7 en 8 zijn nog een paar jaar aan de overkant van het kanaal  gebleven in de Gereformeerde School. De groepen 1 t/m 5 zijn met zijn allen verhuisd naar de Jan Naardingweg. Daar hebben de nodige verbouwingen plaatsgevonden. De school kreeg de naam De Regenboog.

Maar goed, dat was verder op zich een hele leuke tijd en in het begin hadden we ook een tweehoofdige schoolleiding, beide directeuren bleven directeur. En  de hoofdleidsters werden net geen adjunct, maar wel overleg over alles, zodat de kleuteridentiteit toch bleef bestaan. Daar heb ik tot het eind van mijn loopbaan gewerkt en dat was tot 1 oktober 2011.

Wat vond je de leukste tijd? En, waar was je het meest trots op?

Ik was er heel trots op dat die kleuterschool aan de Bentinckslaan, waar ik startte als hoofdleidster, een goed lopende school bleef. Ik was er best wel trots op dat ik dat in 3 maanden had gered met die twee dames, want ik dacht dat: red ik nooit met dat ‘zooitje’, maar gelukkig is dat wel gelukt.

Wat ik de allerleukste tijd vond? Dat was de Gereformeerde kleuterschool apart en daar heb ik jaren gewerkt. Eerst met Frieda Koster maar zij stopte na haar huwelijk en ging verhuizen naar Rijssen. En toen heb ik Loes Bos als collega gekregen en die had ik in Hoogeveen al een paar keer als invalkracht gehad en dat was zo'n ontzettende, leuke vrouw. We zijn ook de beste vriendinnen geworden en dat was onze leukste tijd.

We hadden allebei een groep en elk jaar wisselende wij van groep één naar twee. Dat was ontzettend leuk. Dat was zo'n fijne tijd. We hebben hard gewerkt. We hebben de kinderen van alles proberen te leren. We hadden ook een goed contact met de ouders, goed contact met bestuur, met de oudercommissie. Het was gewoon heel leuk.  Dat was echt mijn allerleukste tijd.

Heb je nog een leuke anekdote uit je werkzame leven?

Wij hadden aan de Bentinckslaan een groep kinderen van Molukse afkomst en dat kwam doordat de Molukse wijk vrij groot was . De dichtstbijzijnde christelijke school voor de Molukkers was de school aan de Jacob Catsstraat. Maar deze school had gezegd, wij willen niet alle kinderen uit de Molukse wijk erbij. Dus kinderen uit een paar straten moesten naar de andere christelijke school en dat was de Hervormde school en dat was aan de Bentinckslaan.
Ik vond dat voor die kinderen een eind lopen. Want ze kwamen elke dag lopend op school, maar toen kregen wij dus 3 straten toegewezen en die ouders die kozen voor christelijk onderwijs of voor hervormd onderwijs kan je beter zeggen, gingen bij ons naar school. Dus ik had altijd een stuk of 4, 5 soms 6 kindertjes van de Molukse wijk in school.
Er was een jongetje bij, een mooi kereltje met een verstandelijke beperking. Hij kon ook niet zo heel goed spreken. Maar het was zo’n lief kereltje en dat jongetje had een ingebouwde wekker, want wij kregen toen op school elke morgen om 10 uur een Liga koek. Dat was gebruikelijk. Dat was op de meeste scholen zo, daar betaalden de kinderen een kwartje voor op maandagochtend. Dan kregen ze elke dag zo’n Liga koek. En ‘s morgens om 10 uur wat we ook aan het doen waren, of we nou aan het buitenspelen waren, of als we in de kring iets deden met een verhaaltje of een liedje, of de kleuters waren gezellig aan het spelen en aan het werkjes maken, om 10 uur standaard kwam hij bij me, dan tikte hij me aan en dan zei hij. “Uffou, uffou Iga koek”. Ik vergeet dat nooit meer. Ik zie het kind nog zo voor me.

Wat vond je de moeilijkste periode in je onderwijsloopbaan?

De moeilijkste periode vond ik de overgang van kleuter en lagere school naar basisschool. Dat vond ik echt het moeilijkste en wat ik  heel oneerlijk vond in die tijd, ook al was je hoofdleidster: de mensen van de kleuterbouw moesten allemaal een applicatie cursus volgen om breed inzetbaar te zijn. Voor de lagere school leerkrachten gold dit niet. Die hadden gewoon de Pabo gedaan. Ook een vierjarige opleiding. Die hoefden geen applicatie cursus te doen. En toen moesten we de eerste paar jaar na die applicatie cursus ook in andere groepen les gaan geven, zodat ze konden zien, je bent breed inzetbaar.

Maar ik heb altijd veel cursussen gevolgd, want ik ben in 1983 begonnen met de cursus speciaal onderwijs, omdat ik dacht van: nou, als het straks basisschool is, dan kan ik ook op een school voor speciaal onderwijs werken en dat leek me ook wel heel uitdagend. Dat was ook een tweejarige opleiding en toen heb ik gesolliciteerd. Maar toen zeiden ze, ja, dat kan nu nog niet, want we weten niet of je echt wel geschikt bent voor dit onderwijs, omdat je altijd in het kleuteronderwijs hebt gewerkt. Nou later was dat verschil helemaal weg. Maar toen had ik inmiddels de interne begeleidingsopleiding gedaan en toen werd ik intern begeleider bij ons op school.

Maar ik zat ook in de overkoepelende organisatie van heel de gemeente Hoogeveen. Samen met Frits Hoekstra, Gert Leemkuil en Koene Dol. Ik had de scholen ten oosten van Hoogeveen, de buitendorpen, tot en met Nieuwlande, Geesbrug en Nieuw Balinge. Koene Dol die had de scholen ten westen van Hoogeveen Koekange en Pesse. Geert Leemkuil had ze in Hoogeveen.

Frits Hoekstra  was directeur van de LOM school de Prins Willem Alexander school. En die regelde dat we dan allemaal bij die scholen op bezoek gingen. En dat overal ook mensen opgeleid werden tot intern begeleider. We hadden daar cursusdagen en studiedagen die ik samen met anderen organiseerde en dat vond ik leuk om te doen, toen vond ik het werken in het onderwijs ook weer veel leuker.

Kun je een inschatting geven van het aantal kinderen die je in de onderwijsloopbaan les hebt gegeven?

Ik denk dat het wel meer dan 1000  geweest  zijn.

Kijk je al met al met tevredenheid terug op je loopbaan?

Jazeker. Ik kijk er met heel veel plezier op terug. Ik heb het ook altijd heel leuk gevonden om te werken. Nou ja, op een paar vervelende dingetjes na, maar dat heeft iedereen wel eens in zijn werk. Maar door de bank genomen heb ik het echt heel erg naar de zin gehad en ik was ook altijd wel van het organiseren. Dus als er iemand afscheid nam, of als er weer een of ander groot feest was zoals het honderdjarig bestaan van de Gereformeerde school in Noordscheschut. Nou, dat was geweldig, dat was het leukste feest. Ja, daar heb ik echt samen met Harry Seinen en met een andere groep mensen uit de oudercommissie, bestuur, en personeel echt een jaar aan gewerkt. En Harry en ik hebben toen  samen dat boek gemaakt ‘100 jaar gereformeerd onderwijs te Noordscheschut’ met allemaal foto's. Ik ben bij ik weet niet hoeveel mensen langs geweest om namen te achterhalen. Geweldig, drie dagen feest. Het was supermooi. Een kerkdienst in een grote tent op zondag. Met twee predikanten die ooit leerling van de school waren geweest. Nou, het was echt ja, geen woorden voor zo mooi, super.

Ben ik nog iets vergeten te vragen wat je toch kwijt zou willen?

Ik vind het jammer dat er op het moment zo’n  leerkrachtentekort is en wat ik ook wel jammer vind is het feit dat er zoveel vrouwen in het onderwijs werken en bijna geen mannen meer. Dat was toen ik begon heel anders. Toen was het bijna net andersom, want de directeur was altijd een man. Dat is nu niet meer zo. Het hoofd van de school was altijd een man. Het hoofd van de kleuterschool was in 99% van de gevallen een vrouw, een enkele man daargelaten. Maar er zijn ook niet veel mannen die kleuterleider willen worden.
Doordat het basisschool is geworden is de kleuteridentiteit een beetje weggevallen. De kleuters  worden meteen al getest. Ze worden meteen al ingeschaald in een bepaald niveau door Cito toetsen en dergelijke. Ik vind dat echt heel jammer. Zoals het vroeger was, dat hoeft ook allemaal niet weer terug, Maar ik vind dat ze wel wat meer dingen daarvan hadden moeten bewaren voor de kleuters, want je doet een kleuter geen recht door ze zomaar voor de televisie of een digibord te zetten en ze daar dan van alles op te laten leren. Ga met ze spelen, laat ze kleien en met zand en water knoeien. Laat ze lekker hun gang gaan in de poppenhoek, de bouwhoek en in de leeshoek. Ik vind het jammer dat dat bijna allemaal weg is. Maar ik kan het niet terugdraaien.

Geen reacties

Reactie toevoegen