Verhaal

‘Pisang goreng voor onderweg'

Jans (73) en Jennie (70) Bos uit Hoogeveen

De Molukse wijk in Hoogeveen is als het ware de achtertuin van de familie Bos, die al 50 jaar aan de Carstenstraat woont. Het grote grasveld dat hun woning met de bewoners aan de Lodderstraat met elkaar verbindt, maakt onder andere deel uit van de vele herinneringen die Jans en Jennie Bos en hun kinderen met de Molukse bewoners delen. 

Jans en Jennie Bos hebben vier kinderen, drie dochters en een zoon, zeven kleinkinderen en een achterkleinkind. ‘We kwamen hier in 1974 wonen toen onze oudste een jaar was. De Molukse wijk bestond toen al 10 jaar. Het heeft ons nooit weerhouden om hier te gaan wonen.’ De plek was overigens niet geheel onbekend voor Jennie, aangezien haar zus al een woning had betrokken aan de Carstenstraat. ‘De huizen in de Molukse wijk waren toen net klaar in 1963. Ik kwam toen al hier in de speeltuin.’
In zijn jonge jaren op school had Jans al omgang met Molukse kinderen en was daarom niet geheel onbekend met Molukkers. ‘Nou gebeurde er ook weleens wat op school hoor. Soms hadden we weleens ruzie met Molukse jongens. Maar ja, dat hebben Nederlandse jongens onderling ook wel.’ 

Omgang

De beginjaren aan de Carstenstraat staan Jans en Jennie nog helder voor de geest, zoals hun eerst Kerst in 1974. ‘We schrokken ons rot! We hoorden harde knallen! Bleek het vuurwerk te zijn in de Molukse wijk. Zoiets kenden wij niet. Onze slaapkamer is aan de achterzijde, dus het was gordijnen opzij en kijken.’
Ook de treinkaping bij Wijster, een jaar later, is de familie nog bijgebleven. Ondanks dat er geen Molukkers uit Hoogeveen bij betrokken waren, was de spanning volgens Jans wel te voelen. ‘Er hing toen een grimmige sfeer. Soms zagen we iemand uit de Molukse wijk met een buks door de straat lopen, misschien wel uit voorzorg. We hielden onze kinderen toen allemaal wel binnen. Soms kwamen politie en een commando surveilleren, maar gelukkig is het daarbij gebleven en is er niks gebeurd.’

IMG_1647

Uitzicht vanaf de Carstenslaan


Het gezin begaf zich de eerste drie jaar nog niet zomaar in de Molukse wijk, ook niet om tijdens een wandeling erdoor te lopen. Dat veranderde al gauw toen de kinderen bij Molukse leerlingen in de klas kwamen en er vriendschappen ontstonden. ‘We kregen steeds meer omgang met gezinnen en hun kinderen in dezelfde leeftijd als de onze. Ook toen de kinderen in de speeltuin gingen spelen, kregen we leuk contact met wijlen mevrouw/tante Jos Loupatty. Zij was toezichthoudster en oppas voor de spelende kinderen. Het gebeurde weleens dat ze tijdens het oppassen al aardappelen aan het schillen was voor de warme maaltijd van haar gezin. Leuk toch! En de kinderen kregen veel van haar hoor. Ja, wij bewaren fijne herinneren aan haar.’

Ook de eerste verjaardag bij een Moluks gezin staan Jans en Jennie nog goed bij. Na de warme maaltijd vonden ze het tijd om huiswaarts te gaan, maar daar was de man des huizes het niet mee eens. Jennie: ‘Wij vonden het al heel wat dat we mochten blijven eten. Maar we moesten gewoon blijven, want hij vond dat we nog niet genoeg hadden gehad. Haha!
En tuurlijk zijn er weleens rottige dingen gebeurd. Zo was de nieuwe jas van onze zoon, destijds 7 jaar, langs het prikkeldraad gehaald en dus vol met scheuren. Toen we erachter kwamen wie het gedaan had, een Moluks jongetje, gingen we verhaal halen. Zijn vader kwam aan de deur, hoorde ons aan en werd zó boos op zijn zoon. Die kreeg flinke straf. Dat hoefde van ons nou ook weer niet, maar we moeten elkaar wel aanspreken als iets niet goed is.’

Sport

Wat ook zorgde voor meer omgang met Molukse bewoners was sport en andere activiteiten. Zo speelde Jans badminton, later voetbal en volleybal. En de maandelijkse kaartavonden in het wijkgebouw. ‘Bij al deze sporten en activiteiten kwam je geheid Molukse deelnemers tegen. Altijd gezellig! Met volleybal speelde ik met het team waarin ik speelde in de finale tegen een team van FC Tunas. Dat ging er fel aan toe hoor! Was een mooie wedstrijd, te meer omdat wij ook nog eens wonnen. Nee, dat vonden de spelers van Tunas niet zo leuk, haha!

Het grasveld achter het huis van de familie Bos en de naastgelegen buren speelde in de jaren ’70 en ’80 een belangrijke rol in de verbinding en omgang met bewoners in de omgeving. Er werden voetbalwedstrijdjes en andere (zomer)activiteiten georganiseerd, vaak in combinatie met de speeltuin. ‘Wat hebben we hier veel dingen samen gedaan. Van simpel koffiedrinken met wat lekkers, activiteiten met zowel kinderen als met volwassenen, gezamenlijk onderhoud aan de speeltoestellen. Ja, mooie tijden waren dat.’

Jennie sport al heel wat jaren en is met regelmaat te vinden in de sportschool waar ze onder andere de step- en aerobiclessen volgt. Zo’n 15 jaar geleden vatte wijlen Max Lesimanuaja, die ook actief betrokken was bij de sportschool, het idee op om een wandelgroep te beginnen. ‘Door Max ben ik begonnen met wandelen.’, vertelt Jennie. ‘Dat is zo’n 15 jaar geleden en ik doe het nog steeds. We hebben al meerdere malen de Nijmeegse Wandelvierdaagse gelopen. We zijn eens bij zijn jongere zus in Elst geweest. Eerst koffiedrinken en toen wandelen. Dat was heel leuk en gezellig!’ 

Buren

Na ruim 50 jaar kunnen Jans en Jennie zeggen dat ze, zelfs nu de kinderen al lang de deur uit zijn, het nog steeds prima naar hun zin hebben aan de Carstenstraat. ‘Aan deze straat wonen ook al jaren Molukse gezinnen, net als onze buren. We kunnen het prima met elkaar vinden. De buurman is ook heel hulpvaardig. De Molukse cultuur vinden wij mooi. Alleen al het lekkere eten, met al die heerlijke hapjes en koekjes. En altijd genoeg voor iedereen.’ Dat brengt het stel terug naar de vele herinneringen met de Molukse achterburen aan de andere zijde van het grasveld.

IMG_1646

Jo Uneputty met de kinderen van Jans en Jennie

Eén van hen was Jo Uneputty, die destijds kraamverzorgster was en heeft geholpen na de geboorte van dochter Mariska. Dat is intussen 47 jaar geleden. Jennie: ‘Jo was zo’n leuke meid. Ze woonde hierachter aan de Lodderstraat, dus het was alleen even het grasveld over en dan was ze er. Toen de kraamtijd al lang voorbij was, kwam ze soms nog weleens om te kijken of alles goed ging met ons en de baby. Zullen we nooit vergeten.’ Jans vult aan: ‘August Louhenapessy, onze achterbuurman die er nog steeds woont, ook aan de Lodderstraat kwam hier weleens. Zo kwam hij eens vakantiefoto’s uit Spanje laten zien. We waren direct om! Terwijl we nog nooit zo ver van huis waren geweest. We zijn daarna acht jaar achter elkaar op vakantie in Spanje geweest! Met August hadden we redelijk contact. Hij was erg handig! Hij heeft ons geadviseerd en geholpen met bouwwerkzaamheden achter ons huis. Dan kwam hij daarna met regelmaat kijken hoe het er allemaal bij stond.’  

Ook een leuke anekdote is een fijne herinnering aan achterbuurvrouw, mevrouw Loupatty, die er ook nog steeds woont. Met een aantal dames werd er een maaltijd voor een flink aantal mensen voorbereid. Het was het begin van de zomervakantie en de familie Bos stond op het punt om met de camper te vertrekken. ‘We werden naar binnen geroepen’, vertelt Jennie. ‘Wat een gezelligheid was dat. Al die vrouwen aan het koken en mooie muziek erbij. We moesten even wachten, zeiden ze. Mevrouw Loupatty was pisang goreng, gebakken banaan, aan het bakken. We kregen wat mee voor onderweg. Zo lief en vooral heerlijk!’ 

Ama Ina

Volgens de familie Bos zijn er genoeg mooie herinneringen aan vele bewoners van de Molukse wijk in Hoogeveen. ‘In de zomer gingen de deuren open en hoorden we de klanken van de prachtige liedjes. En nee, dat vonden we helemaal niet erg! We vinden de Molukse muziek en liedjes juist mooi!’ De vele feestjes op het plein, in de feesttent, samen de Yospan dansen. De familie Bos weet dat ze intussen al lang geen onbekenden meer zijn in de Molukse wijk, bij zowel lief als leed. Dat de betrokkenheid groot is bewees Jans toen hij geholpen heeft bij de ontruiming van woonzorgcentrum Ama Ina, midden in de Molukse wijk. ‘Dat was die explosie in oktober 2015. Wát een knal! Ik dacht serieus dat de wereld zou vergaan. Ik ben er direct naartoe gegaan om ook te helpen.’

Wie een speciaal plekje in hun hart heeft, is het echtpaar Eiromkuy, dat ook aan de Lodderstraat woonde. Begin 2021 overleed meneer Eiromkuy op 91-jarige leeftijd aan de gevolgen van het coronavirus. Drie maanden later overleed ook mevrouw Eiromkuy, ook vanwege corona. ‘Meneer Eiromkuy kwam wekelijks langs ons huis lopen. Altijd zwaaien en we maakten vaak even een praatje. Hij was ervan overtuigd dat hij 100 jaar zou worden en dat geloofden wij ook. Die man was nog zo fit! Het mocht helaas niet zo zijn. En als wij langs hun huis liepen, zwaaiden wij altijd. Tot wij op een dag er weer langs liepen en er niemand meer zwaaide. Toen wisten we dat er iets aan de hand was. We hebben ook in de rouwstoet gestaan langs de straat voor een laatste groet. Als we het erover hebben, maakt ons dat best nog wel verdrietig, maar gelukkig kunnen we terugkijken op de vele mooie herinneringen.’ 

 

Gita Lopulissa

De verhalen zijn, na het afnemen van een interview, met toestemming van de personen zelf of kinderen/familie geplaatst.

Geen reacties

Reactie toevoegen