Verhaal

Herinneringen aan meer dan 50 jaar onderwijs door Johan Dunning

Jaap Dunning

Het begon al  in 1950 met toen al een kleuterschool in het kleine dorpje Echten. Op de klompen dwars door de weilanden en langs “Huize Echten“ naar de school. Daarna de lagere school en nog een paar jaar naar school in IJhorst en toen de ULO-school in Meppel.   In 1963 begonnen met de onderwijzersopleiding aan de Rijkskweekschool te Meppel. De Kweekschool – wij werden nog “gekweekt “. De opleiding duurde 5 jaar:  Na 4 jaar had je de gewone akte en daarna nog een jaar voor de “Hoofdakte“.
Het was in de jaren 60 min of meer vanzelfsprekend dat de juffen in de lagere klassen gingen werken en de meesters in de hoogste klassen.

Stages

Mijn eerste stageschool was de lagere school in Fluitenberg (deze school bestaat al lang niet meer). Het was een 2-mans school en een echtpaar was meester en juf. Klas 1-2-3 begon in de winter rond de grote kachel en daar vertelden de kinderen wat er b.v. gebeurd was op de boerderij - een kalfje, biggetjes en wat er meer gebeurd was.

Volgens mij bestond de term Kringgesprek nog niet eens.

Bij de hoogste klassen stond er in de hoek een “postkantoor”.

Het was een hele leuke eerste stageperiode. Daarna diverse stageplekken in de regio en heel leuk was ook de stage op de Scholengemeenschap in Diever. Na 4 jaar ging niet iedereen door voor de Hoofdakte en maar weinig meisjes.
Na dat 5e jaar was het examen in september – heel vreemd want alle lagere scholen waren al weer begonnen.

Eerste werk

In oktober 1968 ben ik begonnen als invalleerkracht in Hooghalen. Ik had een aantal sollicitaties gedaan  en de eerste “proefles“ was in Hollandscheveld. Achter in de klas zaten naast het hoofd  - de heer Van Scheepen - en iemand van de ouderraad, ook de wethouder van Onderwijs de heer Van Aalderen . 
Op een middag kwam de hoofdonderwijzer uit Hollandscheveld onaangekondigd bij mij op bezoek. De kinderen waren met tekenen en handvaardigheid bezig. Op een gegeven moment komt er een jongen bij mij:  "Meester, mag ik a.u.b. mijn potlood slijpen?"
"Zo, zo", zei meester Van Scheepen, "heb jij ze dat al geleerd?"
"
Nee, zo vroegen ze dat in Hooghalen al."
"Nou", zei hij: "bij ons komen ze bij je staan en zeggen: "Meester…sliepen?”."
Dat was toch ook duidelijk?!!!!

Op 1 januari 1969 ben ik aan de Openbare lagere school de Oostenbrink in Hollandscheveld begonnen, 30 kinderen uit de 3e klas en nog 6 leerlingen uit de 5e klas. Een beetje rare combinatie.
Daarna kwam het vaak zo uit dat alle meesters en juffen zelf een groep hadden, je was er elke dag en weinig ziekte.

Er was bijna nog geen personeelsvergadering, de problemen werden in de pauzes wel even besproken. De vergaderingen met de ouderraad duurden ook nooit lang – de voorzitter opende de vergadering en daarna zei het hoofd wat voor zaken er besproken gingen worden.

Brand

Een heel naar moment was de brand op school in de Kerstvakantie 1980. Een paar lokalen waren verbrand en de overige hadden rook- en waterschade. Wij hebben toen met man en macht nog veel tafels, stoelen en boeken enz. uit de lokalen gehaald en in containers opgeslagen. Maar de boeken enz. waren later toch niet meer bruikbaar. Heel hartverwarmend was de behulpzaamheid van het hele dorp:  wij kregen ruimte aangeboden van het dorpshuis, de kerk en de voetbalvereniging. Ik zelf heb ruim een half jaar in de voetbalkantine van HODO les gegeven. En dat was voor de 30 leerlingen van groep 3 een hele fijne locatie – de pauze duurde wel eens wat langer.

Er kwamen al direct van andere scholen een schoolbord en….. krijtjes……  Wat was nou een schoolmeester zonder “krieties”?
Ook kwam er een keer de inspecteur op bezoek. Er zaten toen in het “Eigen Gebouw” een paar groepen. Een leerling zei toen tegen de inspecteur – het was een vrij grote man - : “Kun ie wel under de deure deur?” Dat viel niet in goede aarde – Bertje kreeg een flinke uitbrander en ook Van Scheepen kreeg te horen dat zoiets niet paste.
Na ruim een half jaar werd de herbouwde school feestelijk geopend, ook de minister van Onderwijs kwam op bezoek.

Veranderingen

De kleuterschool "De Kiekenren" stond vlak naast de lagere school. Er was toen ook al goed contact.
Midden jaren tachtig kwam er een einde aan de “kleuterschool” en kwam er een basisschool. Maar er moest wel eerst flink verbouwd worden. Dus het duurde nog wel even voor alles onder één dak was.

In al die ruim 50 jaar is er veel veranderd in het onderwijs.
Ik heb de opleiding wel ervaren als heel leuk en gedegen, maar het echte werk kwam pas toen je zelf voor de klas stond.
De opleiding was nog heel veel klassikaal en de eerste jaren in Hollandscheveld werkten we zeker zo. Langzamerhand kwam daar verandering in, maar we gingen bij ons niet met alle winden mee, er  werd altijd goed gekeken wat past het beste bij onze kinderen.

Van klassikaal naar meer individueel, de computer deed zijn intrede, het mondiger worden van de kinderen en de ouders.
Ook het anders omgaan met de leerstof. Minimum programma, basisstof, extra stof. Dagtaak, weektaak, keuzekast, zelfstandig werken. Alles er op gericht de kinderen zoveel mogelijk op eigen niveau de basisschool te laten doorlopen.
Wij hadden altijd veel contact met de ouders en gingen ook op huisbezoek. Bij de oudergesprekken op school kwamen meestal de moeders; de vaders waren moe van de hele dag zwaar werken.

Bij de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs was het heel vaak: “Wat vien ie der van meester” of “Kan Appie nog een joar hier noar schoele goan – de handel leere wij hum wel”. Maar ook hier kwam al  gauw verandering in, de meeste ouders vonden goed onderwijs wel heel belangrijk. Niet meer: ik ben stratenmaker, dat wordt mijn zoon ook of onze dochter hoeft niet verder te leren, ze wordt toch huisvrouw!!!!!

In een van de laatste jaren – ik had toen groep 4 – vroeg ik: van wie van jullie heeft papa of mama nog bij mij in de klas gezeten??
Bij meer dan de helft van de kinderen was dat  het geval.

Ja, dat heb je dan na bijna 40 jaar onderwijs in Hollandscheveld.



















Alle rechten voorbehouden

Geen reacties

Reactie toevoegen