Verhaal

Philippus Latulola

Philippus ‘Ipus’ Latulola
Koster Maranathakerk Hoogeveen

Een aangeveegde stoep, een opgeruimd kerkgebouw, schone toiletten, een ingerichte kerkzaal, een glas water voor de predikant. Zomaar een paar voorbeelden die zo vanzelfsprekend zijn voordat een kerkdienst begint. We weten uiteraard wie hier zorg voor draagt, want ook al zien we hem niet op de voorgrond, we weten dat hij er altijd is: de koster! In het geval van de Maranathakerk in Hoogeveen is dat Philippus 'Ipus' Latulola.
 
Philippus Dominggus Latulola (63), zoals hij voluit heet, is sinds jaar en dag de koster van de Maranathakerk in de Molukse wijk in Hoogeveen. Hij begon met het kosterwerk in de jaren ’80. Na een aantal jaren maakte hij een tussenstop om in 2008 het kosterswerk weer op te pakken. Dat betekent dat hij dit jaar zijn 12,5 jaar jubileum mag vieren. ‘Ik werd door dominee Pattikawa gevraagd om dit werk te doen’, vertelt Ipus. ‘Ik hoefde er niet lang over na te denken, want ik zei direct ‘ja’!’

Philippus (Ipus) Latulola


DANKBAAR WERK
Tot 11 jaar geleden had Ipus nog een reguliere baan in de logistieke sector en deed het kosterwerk erbij. De afgelopen ruim 13 jaar heeft Ipus zich volledig gestort op het werk in de kerk. ‘Ik vind het mooi en vooral dankbaar werk. Ik doe dit voor de Heer en voor de gemeenschap.’
De voorbereidingen voor een gebruikelijke kerkdienst zien er volgens Ipus over het algemeen hetzelfde uit. ‘Op zondag ben ik al om 08.30 uur in de kerk. Tijdens de koude maanden zet ik de verwarming dan alvast aan en doe alle lichten aan. Ik plaats de liturgie op het bord en controleer de kansel en zet een glas water neer voor de predikant. De kerktijden wisselen van de ene zondag om 10.00 uur en de andere zondag om 13.00 uur. Ik luid dan een uur van tevoren de kerkklokken, hetzelfde een half uur later en vlak voordat de dienst begint luid ik de klok drie keer.’ 
Wie denkt dat het werk van de koster na de dienst erop zit, heeft het mis. ‘Ik ben er dan nog even hoor’, vertelt Ipus. ‘Ik maak dan het nodige schoon, zoals de toiletten en de vloer. Het grote werk, zoals afstoffen en de schoonmaak van het hele kerkgebouw plan ik op één van de andere dagen in de week.’

CORONA
Speciale diensten bij suka dan duka (lief en leed), zoals bij een doopplechtigheid, belijdenis, huwelijk of overlijden, vergt wat meer aandacht en voorbereiding. Volgens Ipus mag de koster daar wel wat meer regie in hebben. ‘Ik mis daar vaak een vast patroon in. Zo wás er bijvoorbeeld altijd een vaste opstelling met een bepaald aantal stoelen. Het komt vaak voor dat vervolgens de familie de opstelling gaat wijzigen. Bij doopplechtigheden is het trouwens vaak de Badan Madjelis (Kerkenraad) die de stoelen klaarzet.’
Door de destijds geldende coronamaatregelen heeft dit ook gevolgen voor het kosterswerk gehad. Ipus : ‘Helaas hebben we de laatste tijd een aantal sterfgevallen gehad. Doordat we nog steeds rekening moeten houden met de voorzorgsmaatregelen, had ik hier in het begin best wel wat stress van.’

ONTMOETINGSRUIMTE
Over het algemeen verloopt alles volgens de 64-jarige Molukse Hoogevener best naar tevredenheid. ‘Ik maak niet echt bijzondere of gekke dingen mee. Wat soms wel grappig is, zijn de gevonden voorwerpen. Ik ben de tel kwijt hoeveel paraplu’s en sjaals er in totaal zijn blijven liggen. En een enkele keer een portemonneetje. Niks bijzonders hoor! Daar zit alleen maar kleingeld voor collecte in!’ Wat het meest indruk heeft gemaakt en een diepe impact heeft gehad is de brand in 2010. ‘Toen is alles veranderd’, geeft Ipus aan. ‘Het vroegere jeugdlokaal, zoals we dat noemen, is afgebrand en niks voor in de plaats gekomen. Dat zie ik nog wel graag gebeuren. Een ontmoetingsruimte, die voor allerlei kerkelijke activiteiten of verhuur gebruikt kan worden’.
Naast koster maakt Ipus ook deel uit van de Maranatha Singers, een mannelijk muzikaal en vocaal gezelschap. ‘Ik mag graag muziek maken, ik speel gitaar. Het is fijn dat we na corona weer mogen spelen en zingen.’
Ipus doet het kosterswerk nog steeds met veel toewijding, maar kijkt wel vooruit. ‘Er mag wat mij betreft best een professionele slag gemaakt worden in de werkwijze en communicatie binnen de kerkelijke organisatie. Dat maakt het voor iedereen, ook voor mij, het werk een stuk makkelijker. Ik word bijvoorbeeld te kort van tevoren gebeld of ik de kerk op stel en sprong wil openen omdat er een vergadering is belegd.’
Hoewel Ipus zelden of nooit ziek is, kan hij altijd een beroep doen op Loekas de Lima, sleuteldrager van de Maranathakerk of de kerkenraad. Daarnaast is er een goede samenwerking met de beheerscommissie van het kerkgebouw. Ipus : ‘Als er grote klussen met financiële consequenties zijn, dan wordt dit door de beheerscommissie opgepakt.’
Ook denkt Ipus aan versterking en uiteindelijk een vervanger. ‘Het zou mooi zijn als er een tweede koster beschikbaar zou zijn en als het zover is een vervanger voor mij. Dus wie zich geroepen voelt en eens een dagje wil meelopen, is welkom!’

                                                                                                                                                                       Gita Lopulisa
De verhalen zijn, na het afnemen van een interview, met toestemming van de personen zelf of kinderen/familie geplaatst.

Geen reacties

Reactie toevoegen